305 Edith Piaf, zangeres

Gelukkig heb ik geen ‘last‘ van Facebook. Ja, ik vind het leuk als ik merk dat mensen een tekening kunnen waarderen. Maar, het gaat niet verder dan dat.

Het had ook anders gekund. Dat ik mijn oor leende ( als je dit zo kunt zeggen) aan goedkeuring van anderen.

Wat niet zo is.

Ik ervaar dit 365 dagen een portret als een persoonlijke ontwikkelingsweg. Het enige wat ik kan of moet doen, is het beste van mijzelf te geven.

Ik heb geen controle over de uitkomst van het werk. Dat kan ook niet!

Als ik begin ben ik als een leeg blad; ik sta volkomen open voor het (teken/schilder) proces dat zich aandient. Als ik erover nadenk, is het een vorm van bijna totale overgave.

Dat moet je leren; zoiets groeit in de loop van de tijd.

Net zoals op veel andere gebieden ontdek je dit door eerst te strijden.

De wil die haar wil op het werk wil opleggen. Elke keer leidt dat tot ongelukkig zijn, verkramping, tranen, woede enzovoort.

Stapje voor stapje leer je als tekenaar/schilder dat dit niet werkt.

Dat je kan stampen, dat je de tranen kunt laten vloeien, dat je kunt verzinken in wanhoop of wat dan ook; en dat het niets uitmaakt.

Jij ben ondergeschikt aan wat er gebeurt.

En, zoals ik een meesterpianist onlangs hoorde zeggen ( want bij alle Kunsten is het hetzelfde)

Je kunt alleen maar hard werken ter voorbereiding. Daarna – op het moment suprême – moet het het loslaten en laten gebeuren.

Mijn vroegere zanglerares meende dat daarom kunstenaars vaak zo gevoelig zijn.  Ze zei; ‘We stellen ons voortdurend helemaal open.’ Ik denk dat ze gelijk heeft.

In dit proces past daarom op een zeker moment ook niet meer de mening of opvattingen van anderen. Die hebben er eigenlijk niets mee te maken.

Ja, het is fijn om erkenning te krijgen. Nee, het is geen noodzakelijk onderdeel van het scheppingsproces.

*

Elk portret moet veroverd worden; never en nooit kun je overschakelen naar zoiets als een ‘automatische piloot.’

Elk portret is weer een nieuwe uitdaging, een nieuw avontuur.

Het portret van Edith Piaf is een driekwart aanzicht en een schuine stand ( met name de ogen). Belangrijk om dat laatste in de gaten te houden. En zoals altijd: ik bekijk het 3/4 aanzicht in twee delen. Het verkorte deel apart van het deel dat dichtbij mij is.

Een 3/4 aanzicht verdeeld in twee afzonderlijke delen

Een les van de grote portrettekenaar Paul Citroen; wat je aan het portret wilt tekenen/schilderen moet je meteen meenemen. Je kunt geen zaken later nog eens gaan toevoegen. Het klopt! Alles wat je in het portret wilt tekenen, moet je meteen in je tekening meenemen.

Waarschijnlijk gaat het om iets organisch. Bedenk je later dat je bijvoorbeeld de das er nog bij wilt doen, dat matcht het niet meer. Het wordt altijd een vreemde eend in de bijt.

Ook als je denkt: ‘acht dat komt later wel.’ Nee, het later komt niet, want wat je later toevoegt, is altijd iets wat de kwaliteit van de tekening doet afnemen.

Het gaat allemaal ook zeker om concentratie Het is al laat als ik aan het portret ga werken en dan merk ik hoe mijn concentratie zwakker is dan als ik in de vroege ochtend werk. Het is niet anders.

Ben er nog niet helemaal uit. Ze kijkt een beetje omhoog. Waar ligt het aan? De mond? Morgen verder met dit portret

www.leertekenen.nl ( tekenmethode Betty Edwards; iedereen kan leren tekenen!)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *